Wolfgang Amadeus Mozart

Ze bestaan nog steeds. Wonderkinderen. Een enkele keer zie je ze op tv: piepjonge kinderen die al ongelofelijk goed piano of viool spelen. Een van de beroemdste wonderkinderen die ooit heeft geleefd, is Wolfgang Amadeus Mozart. Als vierjarige speelt hij al prachtig piano, en zijn eerste composities schrijft hij als hij nog maar vijf jaar is. Loop maar eens langs een kleuterschool en stel je voor dat een van de ukken daar op het schoolplein componeert...

De meeste wonderkinderen van tegenwoordig leiden een redelijk normaal leven. Je hebt tenslotte opnameapparatuur en televisie, waardoor het kind thuis kan blijven terwijl de hele wereld het wonder toch kan zien. Maar in Mozarts tijd is dat anders. Als de kleine Wolfgang zes is vertrekt de hele familie voor een drieëneenhalf jaar durende tournee door Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zwitserland. Vader Leopold heeft de touwtjes strak in handen en geeft de kinderen zelf les. Niet alleen muziekles, maar ook lezen, schrijven, rekenen, wiskunde...

Maar wonderkind kun je natuurlijk niet je hele leven blijven. Daarom zorgt vader Leopold er al snel voor dat zijn zoon een baan krijgt aan het hof van de aartsbisschop van Salzburg, waar hij zelf ook in dienst is. Wolfgangs belangrijkste taak bestaat uit het schrijven van kerkmuziek, zoals missen. Helaas heeft hij het in Salzburg niet erg naar zijn zin. Hij zit behoorlijk onder de plak van zijn vader, en de aartsbisschop behandelt hem als een soort bediende: hij betaalt hem slecht, legt hem beperkingen op bij het componeren, en verbiedt hem regelmatig op tournee te gaan.

Uiteindelijk krijgt Mozart er genoeg van. Hij neemt, zeer tegen de zin van zijn vader, ontslag en vertrekt naar Wenen om als freelancer de kost te verdienen. Daar wordt hij verliefd op de zangeres Constanze Weber en trouwt met haar. Ook hiermee is vader Mozart het lang niet eens, en er ontstaat een laaiende ruzie. Ondanks zijn behoefte om op eigen benen te staan, wil Mozart het graag weer goedmaken. Hij vertrekt naar Salzburg om Constanze aan zijn vader voor te stellen. In zijn bagage heeft hij een groot deel van een nieuwe mis die hij speciaal voor de gelegenheid heeft geschreven in de hoop zijn vader gunstig te stemmen.

Mozart schrijft de Mis in c niet alleen voor zijn vader, maar ook voor Constanze. Zijn jonge vrouw heeft een prachtige stem, en de verliefde Mozart geeft haar in dit werk volop de kans om te schitteren. Vergeleken met zijn andere composities bevat de Mis in c veel sopraansolo's, waaronder een van de mooiste die hij ooit schreef, Et incarnatus est.

Hoewel de mis nog niet af is, wordt hij in Salzburg uitgevoerd met Constanze als belangrijkste solist. Waarschijnlijk zijn er bij deze eerste uitvoering delen uit andere missen tussen gezet om de gaten op te vullen.

 Mozart heeft de Mis in c nooit afgemaakt. Waarom, dat is niet helemaal duidelijk. Misschien omdat hij het werk niet voor een opdrachtgever schreef, en er dus niet voor betaald kreeg. Of misschien had hij het gewoon te druk met het schrijven van composities die wél betaald werden. Maar het kan ook zijn dat hij de mis niet afmaakte omdat de keizer juist in die tijd een wet uitvaardigde die bepaalde dat het orkest in een mis niet al te groot mocht zijn. Voor de Mis in c had Mozart juist een heel groot orkest gebruikt en daardoor maakte het werk weinig kans om uitgevoerd te worden. Na Mozarts dood werd de compositie door collega-componisten voltooid.

 De Mis in c is veel grootser van opzet dan in Mozarts tijd gebruikelijk was. 

Bovendien is het stuk veel afwisselender dan men van kerkelijke muziek gewend was: sombere stukken volgden op opgewekte, eenvoudige delen op ingewikkelde, het grote orkest werd afgewisseld door een klein ensemble...  

Tussen Mozart en zijn vader is het overigens, ondanks de Mis in c met zijn pakkende muziek, grote orkest, indrukwekkende koren en prachtige aria's, nooit meer echt goed gekomen.