Giuseppe Verdi

Het verhaal van het Requiem van Giuseppe Verdi begint met de dood van een collega-componist: Giacchino Rossini. Beide Italiaanse componisten schreven opera's in een eeuw waarin het genre ongelofelijk populair was in hun land. Tegenwoordig heb je onnoemelijk veel verschillende muziekstijlen en genres, maar in een tijd dat er nog geen iPod of MP3 bestond, was er weinig keus. Iedereen hield min of meer van dezelfde soort muziek, en op straat hoorde je overal dezelfde aria's zingen en fluiten. Operacomponisten werden op handen gedragen, en van al deze componisten was Rossini het populairst.

 Rossini's dood dompelt heel Italië onder in rouw. Ook Verdi is zwaar aangeslagen. Om de grote componist te herdenken, bedenkt hij het plan om samen met een aantal collega's een dodenmis of requiem te schrijven. Dit requiem moet dan als het klaar is in een katholieke kerkdienst ter nagedachtenis aan Rossini uitgevoerd worden. De componisten spreken af dat ze ieder een deel zullen schrijven. Verdi componeert een "Libera me". Het is een aangrijpend stuk waarin de woorden "Libera me" (Bevrijd mij) steeds maar weer herhaald worden. De andere componisten schrijven ook ieder hun deel, maar er wordt onderling zoveel geruzied, dat het requiem nooit wordt uitgevoerd.

Een paar jaar later overlijdt de grote Italiaanse schrijver en filosoof Allessandro Manzoni. Verdi is een groot bewonderaar van Manzoni en is zo kapot van diens overlijden, dat hij niet eens naar de begrafenis kan. Twee weken later besluit hij een requiem voor Manzoni te componeren. Hij heeft zijn les geleerd, en schrijft het werk in zijn eentje. Eén deel heeft hij al: het "Libera me" dat voor Rossini bedoeld was.

 Zodra het Requiem klaar is, begint Verdi te repeteren. Hij heeft vier solisten, 100 orkestmusici en 120 koorzangers ingehuurd, waaronder ook vrouwen. Maar in de kathedraal waar het werk zal worden uitgevoerd, mogen alleen mannen en jongens zingen. Verdi moet speciaal naar de aartsbisschop om toestemming te vragen voor het gebruik van vrouwenstemmen. De aartsbisschop stemt wel toe, maar op voorwaarde dat de vrouwen achter traliewerken staan, en dat hun hoofden bedekt zijn met een wijde rouwsluier... 

Precies een jaar na Manzoni's dood wordt het Requiem ten doop gehouden. Zowel de pers als het publiek is razend enthousiast, en al snel stromen de uitnodigingen om het werk in het buitenland te komen dirigeren binnen. Verdi vertrekt naar Parijs, Wenen, Londen... In deze laatste stad krijgt hij zelfs een koor van 1200 man (en vrouw) ter beschikking.

 Maar niet iedereen is enthousiast over het Requiem. Een Duitse dirigent veegt in een vernietigend artikel de vloer aan met het stuk. "Een opera in kerkkledij" noemt hij het. Het is als belediging bedoeld, maar eigenlijk is het een perfecte beschrijving van het werk: het is inderdaad een dodenmis in operastijl. In zijn Requiem verenigt Verdi het beste uit twee werelden met elkaar: het plechtige van een kerkdienst en de dramatiek van een opera. Het is een buitengewoon heftig soort dramatiek: machteloos roepende koren, onthutst stamelende zangers, lugubere klappen op het slagwerk en angstaanjagend schetterende koperblazers doen je de rillingen over de rug lopen. Het is een requiem vol huiver en bange voorgevoelens: de dood moet Verdi de stuipen op het lijf hebben gejaagd.