Johann Sebastian Bach

"De Vader der componisten" wordt hij wel genoemd, Johann Sebastian Bach. Zijn naam is niet meer weg te denken uit onze westerse muziekgeschiedenis. Toch raakte Bach na zijn dood zo goed als vergeten, en kende slechts een handjevol liefhebbers zijn muziek. Pas zo'n honderd jaar later werden zijn werken weer onder het stof vandaan gehaald. Dat is net zoiets als wanneer de Beatles – die misschien wel net zo'n grote rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de popmuziek - in het vergeetboek zouden raken. En dat dan ergens in de 22e eeuw een dj, of hoe zo iemand tegen die tijd ook maar mag heten, in de archieven duikt en hun liedjes herontdekt. Onvoorstelbaar, toch?

 Er is overigens wel een groot verschil tussen Bach en de Beatles, want de Beatles waren in hun tijd ontzettend populair, terwijl Bach door zijn tijdgenoten niet bijzonder interessant werd gevonden. Toch moet Bach haast wel hebben geweten dat zijn muziek eeuwigheidswaarde had. Dit blijkt onder andere uit het feit dat hij tijdens de laatste jaren van zijn leven aan een soort muzikale erfenis werkte. Hij componeerde een aantal grote werken waarin hij als het ware een verzameling aanlegde van alle technieken die hij als componist in huis had. Een van deze grote werken was de Hohe Messe

De Hohe Messe (Hoogmis) bestond overigens niet alleen uit nieuw materiaal. Bach gebruikte ook een aantal oudere stukken, die hij opnieuw bewerkte zodat ze geschikt waren voor een mis. Het werd een soort verzameling van "greatest hits". De oudste daarvan, het ontroerende Crucifixus, schreef Bach zelfs 35 jaar vóór het ontstaan van de Hohe Messe

De Hohe Messe begint met een machtige smeekbede op de tekst "Kyrie eleison", oftewel "Heer ontferm u over ons". Je voelt meteen dat het hier om een werk van buitengewone proporties gaat. Het is alsof je in het voorportaal van een immense kathedraal staat, en dat je al een glimp kunt zien van de indrukwekkende gewelven daarbinnen. 

 Ook dit Kyrie was niet nieuw. Bach stuurde het ooit naar de Keurvorst van Saksen als onderdeel van een sollicitatie. In de begeleidende brief omschrijft hij het werk als "een onbeduidend voortbrengsel van de kennis die ik in de muziek heb vergaard", en vraagt hij de keurvorst vooral niet al te kritisch naar de slechte compositie ervan te kijken. Het leverde hem de felbegeerde baan niet op. Hij kreeg slechts een certificaat met de mededeling dat hij tot hofcomponist was benoemd, en zelfs daarop moest hij nog heel lang wachten.

 In Bachs tijd werkte een componist altijd in dienst van een opdrachtgever, en iedere compositie werd voor een bepaalde gelegenheid geschreven. Het schrijven van de Hohe Messe was dan ook een nogal merkwaardige onderneming, want Bach wist van tevoren dat het werk niet uitgevoerd zou worden. Niet alleen omdat er geen opdracht voor was gegeven, maar ook omdat het niet geschikt was voor een kerkdienst. Het was namelijk veel te lang. Bach heeft de Hohe Messe dan ook nooit gehoord. Sterker nog, het werk werd pas meer dan honderd jaar na zijn dood voor het eerst uitgevoerd. Sindsdien is deze monumentale mis niet meer weg te denken uit het klassieke koorrepertoire.